Niets zo irritant… nou ja: bíjna niets zo irritant als wielrenners die zeiken over luie voetballers. Omdat jij een sport hebt gekozen waarin je duizenden trainingskilometers in de benen moet hebben om een finale te kunnen rijden… Omdat jij bezig bent met een dúúrsport waarin je duizelingwekkende wattages moet wegtrappen om mee te kunnen doen voor de prijzen… Omdat jij urenlang op een keihard zadeltje moet zitten voordat jouw wedstrijd pas echt begint, vind je het nodig om een voetballer die met drie geniale momenten zíjn wedstrijd beslist lui te noemen. Gefrustreerde appel vergelijkt zichzelf met begenadigde peer. Andersom komt niet of nauwelijks voor. Ooit vertelde Youri Mulder mij lyrisch hoe hij tijdens trainingsritjes door Twente zwelgend van bewondering en vooral lijdend-met-een-lange-ij in het wiel had gezeten van tempobeul Rob Harmeling. Die macht in de kuiten, dat vermogen van Harmeling om nog even een tandje bij te zetten, de voetballer maakte er een diepe buiging voor. Youri Mulder, als spits in volle stadions constant onder de immense druk van het moeten scoren, altijd weer die schoppen incasseren nog voordat hij de bal kon aannemen… Verzonken in diepe adoratie voor een fietser. Maar een voetballer, dus lui in de ogen van de wielerwereld. Respectloos. Dus wat ga ik hier en nu doen? Een voetballer afzeiken om de grootheid van een wielrenner aan te tonen. Voetballer: Christiano Ronaldo. Wielrenner: Mathieu van der Poel. Ronaldo, kast vol prijzen, groot als kampioen, klein als mens. Honderden doelpunten gemaakt, chagrijnige narcist als een ploeggenoot scoort. Van der Poel, kast vol prijzen, gele truidrager, meervoudig wereldkampioen, winst in de Ronde van Vlaanderen, Milaan-Sanremo, Parijs-Roubaix. Al drie keer in de Tour met gevaar voor lijf en leden zichzelf weggecijferd door in levensgevaarlijke finales sprinter Jasper Philipsen naar de overwinning te katapulteren. En daar nog blij om zijn ook. Ik zou die kop van Ronaldo wel eens willen zien als z’n trainer tegen ‘m zei: ‘Jij gaat vandaag je gezondheid op het spel zetten voor een ander’. Mathieu van der Poel. Groot kampioen, groot mens.