MOOI GEWEEST

De hond blaft. Ik schrik wakker, midden in een droom – of is het een nachtmerrie? – over Louis van Gaal die toch weer trainer van Ajax is geworden en na het seizoen 2024/2025 op een plein staat te schreeuwen: ‘Wij zijn de beste van Amsterdám, wij zijn de beste van Néderland’. Ik ben de hond dankbaar dat ze de droom dan wel nachtmerrie ruw heeft verstoord. Als Louis ’t toch weer doet, ga ik er op deze plek toch weer akelige nare stukjes over voorlezen en dat wil ik Louis en mezelf graag besparen. Louis heeft afscheid genomen als groot oefenmeester, ik gisteren – na ruim 38 jaar bij De Telegraaf – als eenvoudige journalist.

Een deel van dat tijdperk was Louis mijn muze der zwartgalligheid. Dat had een reden. Op m’n 19e gingen m’n beide ouders binnen drie maanden achter elkaar dood. Dan ga je vanzelf de betrekkelijkheid van het aardse bestaan inzien. Het maakte me allergisch voor stervelingen die zichzelf heel erg belangrijk vinden. Toen Louis op een plein riep ‘wij zijn de beste van Barcelona, wij zijn de beste van Spanje’, schreef ik: ze hebben in dat land eerder iemand gehad die zo op een plein stond te schreeuwen. Die link met dictator Franco leverde een advocatenbrief op waarin werd gedreigd met een kort geding.

De dreiging verdween, de boosheid van Louis niet, bleek een paar weken later tijdens het Voetballer van het Jaar Gala van De Telegraaf, waarop Van Gaal eregast was. Voor het voorgerecht werd ik op de schouders getikt door een mevrouw die ik nog niet kende. Ik stond op om haar een hand te geven en zij zei: ‘Mijn naam is Truus van Opmeer, ik wil alleen even zeggen dat ik u een enorme klootzak vind’. Truus van Opmeer, later Truus van Gaal. Fantastisch leuk mens. Ik gaf haar groot gelijk. Na het nagerecht stapte mr. Johan Olde Kalter, hoofdredacteur/directeur van De Telegraaf af op Louis, die een paar meter verderop zat. ‘Louis’, sprak mijn grote baas, ‘wat fijn dat je op deze avond onze gast wilt zijn.’ Louis liep rood aan. ‘Zolang jij nog zulke klootzakken als die Dijkstra in dienst hebt, wil ik niks met jou en die krant van je te maken hebben’, brieste hij.

Naast me zat collega Hans Woudstra. Kijkend naar de verbijsterde uitdrukking op het hoofd van mr. Johan Olde Kalter sprak hij Zaans zuigend: ‘Daar gaat je carrière, Dijkstra’. Ik heb toch nog de nodige jaren door kunnen tikken bij De Telegraaf. Regelmatig ook over Louis van Gaal, die – z’n chronische zelfbevlekking ten spijt – een man was om diep respect voor te hebben. De hond blaft en ik denk: ‘t Zou toch wat zijn… Louis nog één keer met die kampioensschaal boven z’n hoofd. En dan op een plein schreeuwend ‘wij zijn de beste van… Nee, genoeg is genoeg. Het is mooi geweest.           

Scroll naar boven