Ik had graag met zo’n jong voetbalmiljonairtje – lijf vol tatoeages, nog nat achter de oren, Porsche voor de deur – op audiëntie willen gaan naar dat bescheiden volkse paleisje van Jan Jongbloed in Slotermeer, Amsterdam. Zie het helemaal voor me…

Kijk jongen, dit is meneer Jongbloed, speelde als doelman van het Nederlands elftal twee WK-finales.

Ik zie het blaagje al rekenen. Wat zei z’n zaakwaarnemer ook alweer? Een plekje in de kwartfinales van de Champions League maakt je tien miljoen euro meer waard. Een WK-finale ongetwijfeld het dubbele daarvan en dat maal twee is…

Op het aanrechtblad staat een schoteltje met een gebruikt theezakje.

‘Waarom gooit meneer Jongbloed dat ding niet weg?’, vraagt de jonge voetbalmiljonair. Omdat hij met het zakje nog wel een paar kopjes thee kan maken, jongen. Het bankstel in de woonkamer is belegen, maar waarom op zijn leeftijd nog geld uitgeven voor een nieuwe? Die poen kan z’n dochter straks goed gebruiken, als hij er niet meer is. Met geld dat hij verdiende als keeper kocht hij een wasmachine voor z’n moeder. Ze waren communistisch, vroeger thuis. Op bezoek in Moskou zag hij dat de mens niet zo geschikt is voor gelijke monniken, gelijke kappen, maar hij zorgde er wel voor dat de reserves van Oranje deelden in de reclamepot. Hij nam z’n eigen handdoeken mee naar het WK in West-Duitsland. ‘Waarom?’, vraagt het jonge voetbalmiljonairtje. Omdat hij dat zo gewend was, jongen. 

De mooiste zin uit het prachtboek van Yoeri van den Busken over Jan Jongbloed luidt: Hij drukt zijn peuk uit in het roestige bakje voor fietsbenodigdheden. Het roestige bakje voor fietsbenodigdheden naast het schoteltje met het gebruikte theezakje, als kunst van de eenvoud. 

Voor zijn deur stond een oude Saab, die Jan ‘mijn nieuwe Saab’ noemde, omdat z’n vorige Saab nog ouder was. Ik zou dat jonge voetbalmiljonairtje zo graag nog een keer Jan Jongebloed in z’n jongere oude Saab willen laten zien. Om hem te tonen dat ware rijkdom niet wordt bepaald door een banksaldo waarmee je een elftal Porsches kunt kopen. Gaat niet. Jan is dood. Een mooi mens is niet meer, het voetbal is weer een stukje armer.