Toen ik vorige week na deze hemelse radioshow van het goddelijke café 1890 naar huis reed, kwam ik terecht in een hel. Een vagevuur, veroorzaakt door Pamper-terroristen van Extinction Rebellion, die met hun tomeloze arrogantie de aarde dachten te redden door de A10 te bezetten. Met op fossiele brandstof ronkende auto’s een snelweg blokkeren, het verkeer in gevaar brengen, de maatschappij ontwrichten en op kosten jagen als protest tegen fossiele brandstof… Het verdreef de doorgaans milde ironie van de stukjesmaker door blinde woede.
Weinig verheffende gedachten als ‘ram ze van het asfalt’ kwamen in me op, maar niet: ik ga naar ze spugen. Spugen doe je niet, spugen is het laagste van het laagste. Tijdens het WK-voetbal in Italië – 1990 – spuugde Frank Rijkaard in de krullen van Rudi Völler. Het was een lelijke smet op de schitterende carrière van een mooi mens. Voetballers krijgen liever een schop tegen hun poten dan een rochel in hun nek. Tijdens een wereldbekercross in Hulst spuugde Mathieu van der Poel naar toeschouwers. ‘Dit kan echt niet’, zei de Belgische tv-commentator van dienst naar wie ik luisterde. Schande wat die vermaledijde Hollandse lama uit z’n bek liet vliegen. Zo ga je niet met je publiek om.
Voor het WK op de weg van 2022 verloor Van der Poel in een Australisch hotel ook al z’n geduld met etterbuiltjes die z’n nachtrust verstoorden. Groot kampioen, maar hij moest – zei de Belgische tv-commentator – toch echt leren om zich beter te beheersen. Het commentaar van de wielrenner na afloop maakte ’t er allemaal niet beter op. Waarom hij had gespuugd? Omdat die akelige Belgische toeschouwers ‘boe’ bleven roepen, zei Van der Poel. Maar toen was er die ooggetuige. ‘Ze gooiden met bier naar Mathieu’, zei de man. ‘En later ook met pis’. Je gaat dus naar een koers en dan pis je bierbekers vol om winnaars mee te besmeuren.
Op oudejaarsavond worden ambulancebroeders en artsen aangevallen als ze mensenlevens willen redden. Aanslagen op agenten van waanzinnigen met vuurwerkbommen. Bij nader inzien… Spuug er maar op. Speeksel als reinigingsmiddel tegen de verdorven drek van idioten die zich onaantastbaar wanen in een zieke wereld.