Niemand kon zo overtuigend juichen roepen als Louis van Gaal. Gebiedende wijs. Louis zei juichen, dus wat deed je dan? Precies.
Met aanzienlijk minder overtuigingskracht fluister ik steeds vaker: doe het alsjeblieft niet meer, dat juichen. Stop ermee. Genoeg is genoeg. Er lopen voetballers op de velden bij wie je als normale sterveling denkt: laat hen in godsnaam níet scoren, opdat de mensheid hun misselijkmakende aanstelleritis bespaard blijft. Die tenenkrommende dansjes, dat sneue babygewieg, die walgelijke ingestudeerde theaterstukjes, dat glijden op knieeën… Liever géén doelpunt dan zo’n schaamteloze vertoning, waar iedere vorm van spontaniteit uit is geramd.
Ik had het hier graag bij willen laten, ware het niet dat de gekte zich uitbreidt als een olievlek uit een lekkende mammoettanker op open zee. Bloedstollend irritante aanstellerij na een doelpunt is niet meer genoeg. Sinds deze week is het voetbal officieel een nieuw braakmiddel rijker:
Het tacklejuichen.
Een sliding maken en dan in opperste extase uit je plaat gaan. Het kwam wel eens eerder sporadisch voorbij, maar nu herhaaldelijk binnen vier dagen. Een paar keer tijdens dat niet onaardige potje Inter-Barcelona en – nog krankzinniger – zondag tijdens Go Ahead Eagles-AZ. Wouter Goes, een privéfeestje vierend na een nogal stevige ingreep op het middenveld.
Belachelijk, dat nationale bashen van de jonge talentvolle AZ-verdediger, overdreven dat hij rood kreeg voor die tackle, maar aan de andere kant… wat bezielde zo’n jongen om te gaan juichen na een sliding?
Wat viel er te vieren? Dat twee spelers na een duel om de bal hun beide benen nog konden bewegen? Dat er geen kruisband scheurde of een scheenbeen brak? Goes raakte de bal, maar goed kon je de tackle niet eens noemen.
Was de sliding perfect geweest, dan zou de bal over de zijlijn zijn gegaan, nu rolde-ie een beetje sneu door in de richting van het AZ-doel. En toch dat vreugdegebaar met de armen.
Ik probeer het me voor te stellen: de grote meneer Israël juichend na een verdedigende actie. Lukt niet. Het idee alleen al is te idioot voor woorden. Toen Rinus voetbalde deden mensen nog normaal. Voltooid verleden tijd. Het wordt steeds gekker. Volgende stap:
Het tacklejuichdansje.
Het tacklebabywiegjuichgebaar.
Of in een opwelling van narcisme of andersoortige egotripperij je shirt uittrekken na een tackle.
Shirt uit, dwangbuis aan. En dan door broeders in witte jassen van het veld worden gehaald. Als de ultieme aportheose van de waanzin.